De Dode Kever methode

Dooie kever

Dooie keverDe Dode Kever methode

Met de bouw van de 20m SSB transceiver in het vooruitzicht, is het nuttig eens wat aandacht te besteden aan diverse bouwmethoden. Vooral als je zelf experimenteert, loont het niet altijd de moeite ergens een printje voor te maken, omdat er hoogstwaarschijnlijk nog allerlei veranderingen aan een experimenteel ontwerp gaan plaatsvinden. De "Dode Kever" methode is een beproefde methode om schakelingen te bouwen.

 

De Dode Kever methode ontleent zijn naam aan de meest spartaanse vorm van bouwen: men neme een stuk printplaat, al dan niet dubbelzijdig, en legt de te gebruiken halfgeleiders of IC's op de rug op de printplaat welke met de koperzijde boven ligt. Op de plekken waar men een massaverbinding nodig heeft, wordt de desbetreffende aansluiting van IC of transistor naar beneden gebogen en op de print gesoldeerd. Andere verbindingen zweven boven de printplaat, waarbij ontkoppelcondensatoren als afstandsbusjes voor de voedingslijn gebruikt worden. Een voorbeeld:

deadbug

Er is goed te zien hoe de schakelingen opgebouwd zijn. Deze manier van bouwen wordt in de US wel "Manhattan Style" genoemd. Nog een voorbeeldje van compacte bouw:

deadbug2

Dit is de eenvoudigste methode: tegen de grond plakken waar massa nodig is, en verder bovengronds met draden verbinden.

Zelf maak ik bij de wat complexere schakelingen altijd een kopie van het schema wat ik moet bouwen, en dan teken ik met een rood kleurpotlood de verbindingen in die ik gemaakt heb. Zo weet ik zeker dat ik niet iets vergeet.

Bij toepassing van de eilandjestechniek worden in de bodemplaat stukken koper weggefreesd of gevijld, waardoor geïsoleerde stukken onstaan. Daarmee kan je meer onderdelen bevestigen op de stevige ondergrond, ook delen van de schakeling die niet aan massa liggen en dan dus geïsoleerd worden door ze los te frezen. Een voorbeeld:

gefreesde print

Hier is goed te zien dat delen van de print los gefreesd of gevijld zijn om geïsoleerde stukken te krijgen. Deze print is vrij grof behandeld, maar het kan ook door rondjes te frezen in de print op de plek waar je een geïsoleerd stukje nodig hebt. Dat is dan weer wel behoorlijk arbeidsintensief.

Een nog fraaiere methode is door uit een stuk printplaat eilandjes (pads) te ponsen. Op de plek waar je een verbinding wilt maken, lijm je een eilandje op die plek en daar soldeer je de onderdelen op vast. Dat ziet er zo uit:

eilandjes

Het voordeel is dat de onderdelen niet meer ondersteboven gemonteerd hoeven te worden. Je kunt de eilandjes lijmen waar nodig, dus het is niet zo bewerkelijk als frezen. En het ziet er een stuk netter uit dan de wat rommelend ogende ondersteboven gemonteerde onderdelen.

Overigens is deze bouwmethode qua hoogfrequent eigenschappen over het algemeen behoorlijk goed bruikbaar, omdat een compleet kopervlak als bodem wordt gebruikt (afscherming) en de bovengrondse verbindingen nagenoeg geen capaciteit hebben naar massa of onderling. Dat wordt vaak anders als er een "echte" print van ontworpen wordt: dan speelt ineens de lengte van de printbanen een rol (zelfinductie van de banen, en parasitaire capaciteit van parallel lopende banen) en is het vaak moeilijk dezelfde eigenschappen te behalen als in eerste instantie met de dode kever methode wél gehaald werden.

Het is niet voor niets dat deze bouwmethode bij de echte zelfbouwers populair is. En met enige oefening zijn uiterst fraaie ontwerpen te maken, zoals de eilandjesmethode laat zien. Daarbij wordt vaak op een groot stuk printplaat eerst met viltstift de vakjes getekend waar bepaalde blokken of functies van een schakeling moeten komen, waarna deze blok voor blok opgebouwd worden. En ook het vervangen van onderdelen is vaak een stuk eenvoudiger: je hoeft niet bang te zijn dat je een stuk printbaan of de doormetallisering eruit trekt. Een prima bouwmethode dus voor de meest complexe schakelingen.