Magneetveldarme masten blijken succesvol

Hoogspanningsmast

HoogspanningsmastHet anders inhangen van de geleiders van de hoogspanningslijn, wat Stedin eerder in Veenendaal heeft gedaan, blijkt inderdaad een positief effect te hebben op het terugdringen van de magnetische veldsterkte. Dit laat onderzoek van Kema zien.

 

 

Op 17 mei liet netbeheerder Stedin van de 150kV hoogspanningslijn die door Veenendaal loopt, de buitenste en middelste geleiders naar ‘een plek naar binnen’ ophangen. De binnenste geleiders kwamen hierbij buiten te hangen. In opdracht van Stedin voerde Kema metingen uit zowel voor als na deze fasendraaiing op 27 april en 10 juni van dit jaar. Volgens Stedin zijn dit wat betreft belasting van de hoogspanningslijnen normale dagen.

In het rapport van Kema stelt het keuringsinstituut vast dat de magnetische veldsterkte door de fasendraaiing met een gemiddelde factor van circa 2,5 is afgenomen. Dit getal kwam naar buiten rollen nadat Kema had gecorrigeerd voor het onderlinge verschil in de vermogens die tijdens de metingen door de hoogspanningslijn werden gevoerd. Vóór de fasendraaiing was de hoogst gemeten veldsterkte direct onder de hoogspanningslijn 2,03 microTesla, na de fasendraaiing was dit 0,68 microTesla. De metingen, die plaatsvonden rond een nieuw schoolgebouw en tussen twee hoogspanningsmasten in, werden verricht op 103 punten.

Stedin vroeg Kema ook om de magneetveldzone te meten, die bepalend is voor hoe dicht er bij een hoogspanningsmast gebouwd mag worden. Het RIVM hanteert de waarde van 0,4 microTesla voor de sterkte van het magneetveld. Als de magnetische veldsterkte langdurig gemiddeld boven deze waarde ligt, dan is er mogelijk een verhoogde kans op kinderleukemie als kinderen langdurig in de buurt van bovengrondse hoogspanningslijnen verblijven. Het RIVM spreekt over de specifieke magneetveldzone als de zone waarbinnen de langdurig gemiddeld magnetische veldsterkte hoger is dan 0,4 microTesla. 

De breedte van deze zone wordt vastgesteld met een rekenmethode en kan niet gemeten worden. Op verzoek van de opdrachtgever heeft Kema echter wel een schatting gemaakt van de reductie van de magneetzone. De conclusies in het Kema-rapport luiden als volgt: ‘Op basis van de uitgevoerde metingen nabij de 150 kV hoogspanningslijn Driebergen – Veenendaal kan worden vastgesteld dat de magnetische veldsterkte is afgenomen door de toepassing van een fasendraaiing. De veldsterkte is gereduceerd met een gemiddelde factor van circa 2,5. De reductie van de magneetveldzone als gevolg van het toepassen van een fasendraaiing bedraagt circa een derde.’

Stedin laat in een aanvulling weten dat de magneetveldzonegrens voor de fasendraaiing lag tot 58 meter uit het hart van de hoogspanningslijn en dat deze na de fasendraaiing ligt tot naar schatting 36 meter.

Meer informatie: Het volledige rapport van Kema