6m verrassingen

yagi

yagiMet het toenemen van de zonne-activiteit is er ook weer meer te beleven op de hogere banden. Dat geldt ook voor 6m. Jim Kennedy, K6MIO, en Gene Zimmerman, W3ZZ, hebben twee zeer interessante 6m propagatie modes beschreven waarvoor ze tevens mogelijke verklaringen geven. Deze propagaties ontstonden op tijden en over paden waar ze zeker niet verwacht werden.

 

 

Een van de meest fascinerende (en soms verwarrende) dingen aan 6m is het grote aantal en verschil in propagatie modes. Dat komt doordat 6m rond de grens van HF en VHF ligt. Het is de laagste band waar men nog aan maanbonzen doet, maar doorgaans ook de hoogste band waar nog significante F-laag propagatie plaatsvindt als het zonnevlekken maximum nadert. Daarnaast is er nog de zomerse sporadische E (Es) propagatie, waarbij signalen weerkaatsen tegen wolken van ionen die zomaar verschijnen, zich verplaatsen en dan weer verdwijnen; soms verassend snel. Daarbij kan multi-hop Es optreden waarbij de ionenwolken zo gepositioneerd zijn dat twee of meer hops het bereik nog eens vergroten. Vanuit het Amerikaanse Colorado is het naar het oosten één hop naar de Midwest, en twee naar de oostkust. Als dat gebeurt, zijn twee-hop signalen bijna altijd zwakker dan één-hop signalen. Tijdens zeer zeldzame gevallen brengen 3 of 4 hops je vanuit Amerika naar het Caribbisch gebied of andere eilanden. Die signalen zijn nóg zwakker, en dan helpt het een goede antenne te hebben en zoveel zendvermogen als mogelijk (eh, toegestaan) om over deze paden te werken. Naast zomer Es treedt soms ook winter Es op, wat voor een hoop opwinding zorgt als dat gebeurt. Maar dat gebeurt echter meestal rond de evenaar. Hoe dichter bij de polen, hoe zeldzamer het verschijnsel is.
 
Even terug naar het verslag van Gene en Jim. Zij analyseerden twee soorten 6m propagatie over extreem lange afstanden die recent hebben plaatsgevonden, en gaven die twee soorten een naam zodat die ook weer toegevoegd kunnen worden aan het beschikbare scala aan propagatienamen voor 6m. Het bijzondere aan wat zij gedaan hebben is dat ze een nieuw "data gestuurd" model van de ionosfeer hebben gebruikt wat de mogelijkheid geeft om een computer te laten "zien" wat er precies gebeurt in de ionosfeer, en dat ook nog een stukje terug in de tijd. Daarmee waren ze in staat om met een aanvaardbare natuurkundige verklaring te komen voor deze modes, en daarmee ook te bewijzen dat het niet een eenmalig verschijnsel was.

prop1 
 
 
De eerste mode noemen ze de "East-West Extreme-E skip" of EWEE. Deze vindt plaats in de zomer tussen twee stations op hetzelfde halfrond. Voorbeelden daarvan zijn te zien in figuur 1 (West Amerika naar Scandinavië) en figuur 2 (West Amerika naar JA). De onderliggende ionosferische mathematica is een beetje ingewikkeld, maar in de basis zijn dit drie-hop Es paden, op een veel hogere breedtegraad (dicht bij de polen!) dan je normaal van Es zou verwachten.

prop2

 
De andere mode die zij beschreven is de "Transequatorial Es-F-Es". Dit type werd afgelopen winter geregistreerd tijdens een aantal letterlijk verbazingwekkende QSOs tussen stations in Amerika en VK en ZL. In eerste instantie staarden ze ongelovig naar de NA map op DX Sherlock, en zagen een aantal lijnen recht over de Pacific. Eerst vroegen ze zich nog af of maanbonzen ineens populairder geworden was dan gedacht. Dat zou op zich al verbazingwekkend geweest zijn, maar het werd al snel duidelijk dat er nog wat interessanters aan de hand was. De paden van deze QSOs zijn te zien in figuur 3. Net als bij de EWEE hierboven zijn niet alle QSOs die plaatsvonden getoond, maar alleen de representatieve QSOs die gebruikt zijn voor de gedetailleerde analyse. In beide gevallen waren er veel meer stations bij betrokken. Dit zijn paden in de ordegrootte van 10.000-15.000 km! Het pad was gedurende een aantal uren open. Dit zou op HF al een fantastische opening geweest zijn, laat staan op 6m.
 
prop3

De verklaring die Jim en Gene geven voor deze "TEFE" mode is dat het signaal start met een paar Es hops, en vervolgens een enkele hop maakt vanaf een afwijking in de noordelijke F-laag om zo de geomagnetische evenaar over te steken, om de reis af te sluiten met nog een paar Es hops. Daarvoor moeten er wel een hoop dingen tegelijk op zijn plek vallen. Er moeten ionenwolken op beide halfronden zijn die geschikt zijn voor winter Es op het noordelijk halfrond, en zomer Es op het zuidelijk halfrond. Daarnaast moet de ionisatie boven de geomagnetische evenaar geschikt zijn voor TEP (Trans-Equatorial Propagation) op 50 MHz. De waarschijnlijke hops die daarvoor benodigd zijn, zijn te zien in Figuur 4.
 
prop4

 
Wat nou dode band in de winter! Of te moeten wachten op F2 propagatie rond het zonnevlekken maximum om de andere kant van de wereld te kunnen werken. De vraag was natuurlijk waarom dit niet eerder ontdekt was, en daar zijn wel een paar ideeën over. Om te beginnen was 50Mhz tot voor kort in veel landen geen amateurband, omdat daar nog aardse TV-uitzendingen plaatsvonden. Ten tweede zijn goede radio's met 6m tegenwoordig meer regel dan uitzondering dan vroeger. Daarnaast zijn er nu veel goede antennes beschikbaar, vaak geoptimaliseerd met computerberekeningen en in staat om veel vermogen te verwerken.

prop5 

 
En natuurlijk de beschikbaarheid van lineairs met een hoop vermogen, zoals de Alpha 8406. Daarmee is het eenvoudiger dan ooit om een hoog-vermogen station in elkaar te zetten om met succes deze paden te kunnen gebruiken, waar elke hop het signaal zwakker maakt. Daarmee is het voor iedereen mogelijk om mee te doen aan deze "magic band" verschijnselen – je zender beschikt waarschijnlijk al over 6m. Zet een zo groot mogelijke antenne op je dak en koop een 8406. (Duidelijk Amerikaans advies: in Nederland moet daar achter "en wacht op de Radiocontroledienst omdat je buren geklaagd hebben nog voordat je in de lucht was" – red.)  Als er maar genoeg QRO 6m stations zijn, ontdekken we wellicht dat er nog veel meer van die verrassende openingen wachten, onder de grens van wat je met laag vermogen kunt werken. of zoals Werner von Braun eens zei: "Ik heb geleerd om het woord 'onmogelijk' met de grootste voorzichtigheid te gebruiken".