Organisaties niet voorbereid op totale uitval communicatievoorzieningen

C2000

c2000In juli 2011 leidde een nachtelijke storing in het telecommunicatieknooppunt van KPN in de Waalhaven in Rotterdam tot uitval van cruciale verbindingen, waaronder C2000 en – op beperkte schaal– in Zuid-Holland storingen in de verbindingen van 112. Ook andere  sectoren ondervonden hinder van het incident.

 

 

Zo kon de Rotterdamse metro ’s ochtends niet worden opgestart, was de verbinding tussen de meldkamer Zeeland en ziekenhuizen verstoord en konden loodsen in de Rotterdamse haven geen melding ontvangen dat ze aan boord moesten gaan van een schip. Het incident was voor de Inspectie VenJ (IVenJ) en Agentschap Telecom reden een onderzoek in te stellen naar de oorzaak en de aanpak van de storing en naar de maatschappelijke effecten van de uitval.

Continuïteitswaarborging

De IVenJ en Agentschap Telecom komen tot de conclusie dat zowel de betrokken veiligheidsregio’s als KPN voortvarend hebben gereageerd op de storing. Er zijn snel de juiste maatregelen getroffen. Punten van verbetering liggen vooral op het terrein van de voorbereiding op incidenten. Risicobeheersing bij KPN kan transparanter en de communicatie tussen KPN en de afnemers moet beter. Met name het thema continuïteitsmanagement in de veiligheidsregio en bij vitale sectoren zoals transport en hulpverlening verdient extra aandacht. Dit thema staat nu nog te veel in de kinderschoenen. Veiligheidsregio’s moeten zich meer bewust worden van de kwetsbare positie van telecommunicatievoorzieningen en de zorg voor een continuïteitsplan. Alle onderzochte bedrijven en organisaties in de vitale sectoren beschikken over (delen van) een continuïteitsplan om de primaire ‘vitale’ processen zo ongestoord mogelijk doorgang te kunnen laten vinden. Bij de veiligheidsregio’s zijn deze plannen nog volop in ontwikkeling. Veiligheidsregio’s beseffen maar ten dele dat uitval van de communicatievoorzieningen zodanig grootschalig kan zijn, dat operationele hulpdiensten en andere vitale en/of maatschappelijke organisaties hun taken niet meer naar behoren kunnen uitvoeren. Organisaties als de RET, de Luchtverkeersleiding Nederland en het Havenbedrijf Rotterdam zijn zich hiervan meer bewust en hebben gedeeltelijke uitval ook in hun continuïteitsplannen opgenomen. Een continuïteitsplan dat rekening houdt met een totale uitval van communicatievoorzieningen is echter nergens aangetroffen. Aanbevelingen uit het Waalhavenrapport aan KPN, de veiligheidsregio’s en vitale organisaties zijn dan ook om plannen te ontwikkelen waarin staat beschreven welke mate van uitval acceptabel is, hoe er met verdere uitval wordt omgegaan en om vooraf onderling af te stemmen welke systemen prioriteit moeten krijgen bij het herstel.

Afhankelijkheid ICT- en communicatiesystemen

De KPN-storing in Waalhaven te Rotterdam is een incident dat aantoont hoe afhankelijk we zijn van ICT-systemen, waaronder communicatiesystemen, hoe groot de gevolgen kunnen zijn bij uitval hiervan en hoe belangrijk continuïteitsmanagement daarbij is. Het blijft de verantwoordelijkheid van de organisaties zelf om een continuïteitsplan te ontwikkelen. Door het ministerie van Veiligheid en Justitie worden specialisten aangeboden om veiligheidsregio’s te begeleiden op het gebied van continuïteitsmanagement.

Nabeschouwing van de redactie: Het zwakke punt zit 'm er natuurlijk in dat vrijwel alle systemen gebruik maken van fysieke verbindingen met een onderlinge afhankelijkheid. Bijvoorbeeld: het grootste probleem bij de Vodafone storing was niet dat er geen infrastructuur meer was (want die is er als je in het buitenland bent, gewoon wél), maar dat de servers waar opgeslagen is welke diensten aan jouw abonnement gekoppeld zijn, niet bereikbaar waren. En daarom deden de telefoons het in het buitenland ook niet, terwijl naar natuurlijk wel gewoon netwerk was.

Ook hier zie je dat – hoewel gebruik wordt gemaakt van radio zoals bij de loodsen en de luchtverkeersleiding Nederland – de radio's niet op de plek van de microfoons en luidsprekers staan, maar op afstand, waarna het geluid via fysieke verbindingen getransporteerd wordt, al dan niet via VoIP (Voice over IP, dus spraak via internet). En daar zit 'm het grootste probleem. Natuurlijk wordt in de IT-wereld alles dubbel uitgevoerd en is de uptime in de buurt van de 99,9998%. Maar de zwakte zit in die overige 0,0002%. Zolang dat niet nul is – en dat wordt het nooit – is er altijd een kans dat de centrale IT infrastructuur uitvalt. Gelukkig hebben wij dan nog de mogelijkheid om communicatie in stand te houden. Maar de overheid lijkt de oplossing te zoeken in het in veelvoud uitvoeren van de draadjes, in plaats van er een zender tussen te zetten.