De zonnevlekken in 2014

Flare

flareNieuw stapelt zich maandelijks op gedurende het voortschrijden van zonnecyclus 24. Het beeld dat daaruit ontstaat toont dat de zon richting een zwak Dalton Minimum koerst.

 

 

Wat betekent dat? Hoe beïnvloedt dat de klimaatverandering op aarde?

De voortgang van zonnecyclus 24 komt met elke publicatie van de zonnevlek getallen met steeds sterkere aan wijzingen voor een verandering. Neem deze aanwijzingen, combineer die met wat we al weten, koppel dat aan de historische waarnemingen en het bewijs voor een zwak Dalton minimum lijkt ijzersterk.

SILSO_Progression_Y2000Jan_Y2014August

Het koninklijk Belgisch obervatorium publiceerde op 1 september de maandelijkse internationale zonnevlek cijfers. Cyclus 24 blijft de zwakste cyclus in 100 jaar maar er vestigt zich een nieuw maximum voor de zevende achtereenvolgende maand! Naar het zich laat aanzien wordt er deze maand weer een maximum verwacht, maar ook deze haalt bij lange na niet NASA’s voorspellingen.

Ironisch genoeg bevestigt dit dat de zon afstevent op een Dalton-achtig minimum.

Het laatste gemiddelde maximum van cyclus 24 ging omhoog van 77.3 vlekken/dag naar 78.4 vlekken/dag, en kruipt richting de 80. NASA voorspelde een piek van 90.

SILSO_Smoothed_ISN_Cycle14_Cycle24_640p

Tot nu toe vergeleken de meeste zonne-geleerden de voortgang van cyclus 24 met die van cyclus 14. Die had zijn maximum in 1907. Cyclus 14 had op zijn maximum een vrij unieke serie van vijf maxima van ongeveer gelijke grootte, uitgesmeerd over vier jaar.

Cyclus 24 leek na de eerste 56 maanden van het laatste minimum op cyclus 14. Maar na die 56 maanden was de overeenkomst weg. Cyclus 24 liep weer op waar Cyclus 14 dat niet deed.

In de hele 400-jarige historie waarin zonnevlekken bijgehouden worden is het zeldzaam dat een tweede piek groter is dan de eerste, zoals met de huidige cyclus het geval is, De cyclus die daar nu de meeste overeenkomsten mee vertoont is die van cyclus 12 die zijn maximum had in 1893.

SILSO_Smoothed_ISN_Cycle12_Cycle24_640p

Cyclus 12 was de opmaat voor een serie van vijf zwakke zonnevlek cycli aan het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw.

Deze twee cycli zijn bijna tweelingen:

  • Beiden zijn exceptioneel zwak
  • Beide hebben een tweede piek die groter is dan de eerste
  • Cyclus 12 markeerde het begin van een serie zwakke cycli
  • Cyclus 24 lijkt op de zelfde manier te verlopen als cyclus 12

Daarbij dient aangemerkt te worden dat cyclus 12 het duidelijkste piek-tot-piek gemeten tweede maximum heeft sinds het begin van de waarnemingen. Cyclus 24 zit daar dicht achter op een tweede plaats maar zou cyclus 12 daar in de volgende maanden voorbij kunnen streven.

Daarnaast heeft cyclus 12 het langstdurende zonnevlekkenminimum van allemaal sinds de waarnemingen begonnen.

De Dalton connectie

SILSO_Smoothed_ISN_Compare_C3-4-5_to_C22-23-24_640p

 

Deze grafiek toont de drie cycli die de opmaat vormden voor het Dalton Minimum (in blauw), samen met de laatste die cycli (in rood). De grafiek is bijgewerkt tot augustus 2014. Beide grafieken van de drie cycli tonen een paar belangrijke overeenkomsten:

  • Ze tonen twee afnemende cycli
  • De middelste cycli hebben langere uitlopende minima
  • De derde cycli hebben een tweede maximum dat hoger is dan de eerste
  • De derde cycli zijn bijzonder zwak

Na de derde cyclus die overging in het Dalton minimum was er een extra periode van bijna twee jaar dat het maandelijkse zonnevlekgetal op nul bleef hangen. Dat is de langste periode van maanden zonder zonnevlekken sinds 1749.

De zwakke derde cyclus met dubbele pieken werd zowel voorafgegaan als gevolgd door een langer minimum. Dat heeft vermoedelijk te maken met de interne werking van de zonne-dynamo, net zoals de hogere tweede piek. Helaas is de wetenschap met betrekking tot de zon nog niet zover dat men dit volledig kan verklaren.

Conclusies

Er is een nieuw maximum record gezet. Ironisch genoeg versterkt dat het vermoeden dat de zon een nieuwe periode van inactiviteit ingaat.

Cyclus 24, inclusief deze late opleving van zonne activiteit, volgt hetzelfde patroon wat eerder het Dalton Minimum aankondigde met een reeks van vijf zwakke cycli zoals eind 19e en begin 20e eeuw.

De huidige partronen zijn niet exact gelijk aan de drie cycli die het Dalton minimum inleidde. De tweede cyclus startte later en het verlengde minimum is een hoop korter dan bij degene die het Dalton minium aankondigde.

De laatste 400 jaar hebben de minima van Maunder, Dalton en die van de eind 19e/begin 20e eeuw allen een periode met lagere aardse temperaturen aangekondigd.
 
Alles bij elkaar opgeteld lijkt het erop dat we een periode tegemoet gaan die veel overeenkomsten met genoemde minima vertoont, met lagere temperaturen als gevolg.