Liever de lucht in?

Hoogspanningsmast

Hoogspanningsmast Liever de lucht in?

Het ondergrondse deel van de geplande 380 kV hoogspanningskabel is de komende jaren onderwerp van een intensief onderzoek door netbeheerder Tennet en de TU Delft. De studie richt zich met name op de betrouwbaarheid van de leidingen en de te verwachten warmteontwikkeling.
 

Van de geplande nieuwe 380 kV hoogspanningsleiding tussen Beverwijk en Wateringen in de randstad komt slechts twintig van de 87 kilometer onder de grond te liggen. Het gaat hier om een groot deel van de zogeheten Zuidring, het gedeelte van de hoogspanningsverbinding die tussen Wateringen en Zoetermeer loopt. Maar doordat op dit traject twaalf kabels naast elkaar komen te liggen bevat dit ondergrondse gedeelte wel 240 kilometer aan hoogspanningskabels, een unicum ter wereld.

Volgens netbeheerder Tennet zit Nederland hiermee op de grens van wat mogelijk is, iets dat een recente studie van de TU Delft bevestigt. Een lastige consequentie van een ondergrondse kabel is dat het compenseren van de zogeheten blindstroom moeilijker is dan bij een bovengrondse kabel. Zeker bij een hoog spanningsniveau is er veel beheersing nodig van de hoogte van de spanning, de omvang van de elektriciteitstransporten en de constantheid van de frequentie. Deze aansturing gebeurt onder meer met behulp van seriespoelen. Bij een bovengronds net is de regeling dankzij minder componenten eenvoudiger te doen dan bij een ondergronds net. Ook het herstellen van eventuele storingen is bij ondergrondse verbindingen tijdrovender dan bij bovengrondse hoogspanningsleidingen.

‘Een ondergrondse kabel gedraagt zich in elektrotechnisch opzicht anders dan een bovengrondse leiding’, vertelt Stefan Wesselink van Tennet. ‘Lucht is een goede isolator, de bodem is dat veel minder, zeker in ons vochtige land. Er is nog weinig ervaring opgedaan met ondergrondse bekabeling, zeker niet met een dergelijk hoog voltage. Vandaar dat er wereldwijd veel belangstelling is voor deze aanpak.’ Een belangrijk argument om voor de aanzienlijk duurdere optie van een ondergrondse kabel te kiezen, komt voort uit milieutechnische redenen. Een ondergrondse kabel brengt uiteraard minder visuele aantasting van het landschap teweeg en veroorzaakt minder ecologische schade.

Een gezamenlijk onderzoek van Tennet en de TU Delft, dat de komende jaren gaat plaatsvinden, moet uitmaken waar de mogelijke systeemtechnische en operationele knelpunten bij toepassing van dergelijke kabels over grotere afstanden zouden kunnen hebben. Een van de mogelijke aandachtspunten is de afvoer van de warmte. ‘Als de kabels gedurende langere tijd op volle capaciteit draaien is de warmte-afvoer groot’, aldus Wesselink. ‘Dat is ook een van de redenen waarom er ondergronds voor twaalf kabels naast elkaar is gekozen.’ De bovengrondse 380 kV-verbinding gaat over één dikke kabel.

De hoogspanningsverbinding bestaat behalve uit de genoemde Zuidring van 22 km ook uit een Noordring van 65 km, die van Zoetermeer naar Beverwijk loopt. De aanleg van de Zuidring is het meest urgent, omdat de in dit gebied gevestigde tuinders in toenemende mate via hun warmtekrachtcentrales elektriciteit aan het net leveren. Het huidige net kan echter dat aanbod niet aan. Naast het zeker stellen van de transportcapaciteit zal de nieuwe verbinding de leveringszekerheid van elektriciteit ook in de toekomst waarborgen. De Zuidring is naar verwachting in 2011 gereed.

 

De Noord-ring: de rode lijn is de bovengrondse 380 kV lijn (dubbele lijn is bestaand netwerk). Enkele blauwe lijn is geboord ondergrond, geel is open ontgraving.