Nee, dit gaat niet over de VERON of de VRZA. Deze noodkreet kwam van de Sarawak Amateur Radio club, die steeds meer problemen heeft om nieuwe leden te vinden voor de radioclub.
In het artikel wordt de schuld gelegd bij de opkomst van de mobieltjes onder de jeugd, waardoor minder interesse voor de radiohobby zou ontstaan. Adviseur Allan Ming Addie noemt het zelfs een "dying hobby".
Als een reactie op het artikel van Arie Dogterom, PA0EZ, in de laatste Electron, waarin hij opmerkt dat er geen groei meer zit in het aantal amateurs op zeer hoge frequenties, hadden we vanmorgen op de repeater PI3RAZ in de ochtendronde daarover een interessante discussie.
Mijn visie is, dat de instroom van radio amateurs niet meer plaatsvindt vanuit een technische invalshoek, maar meer vanuit een communicatieve invalshoek. Mijn generatie (ik word 56 deze maand en hoor dus inmiddels bij de ouderen) heeft nog de tijd meegemaakt dat mensen goedkoop en spullen duur waren. Alles werd gerepareerd. PCM platen in telefooncentrales, moederborden van computers, televisies: alles werd tot op componentniveau gerepareerd. Veel van deze techneuten waren tevens radio amateur, vanuit hun technische interesse. Maar de tijden zijn veranderd, en mensen zijn duur geworden terwijl techniek niets meer kost. Kijk maar naar de Baofengs die wij recent kochten voor €38, inclusief verzendkosten vanuit China. Als gevolg daarvan is veel technisch werk – zowel reparatie als ontwikkelwerk – naar lagelonenlanden verdwenen. De amateurs die vroeger vanuit hun QRL konden beschikken over anders onbetaalbare meetapparatuur zoals spectrumanalyzers en generatoren tot in het GHz gebied, kunnen dat nu niet meer. Dat maakt het zelf bouwen op deze hoge frequenties een stuk moeilijker. Dat, Arie, is m.i. een deel van het antwoord.
Een ander probleem is het verdwijnen van onderdelenwinkels. Het een is natuurlijk het gevolg van het ander, maar het feit dat minder amateurs zelf bouwen ondermijnt het bestaansrecht van elektronicawinkeltjes en andersom wordt zelf bouwen lastiger als er geen onderdelenwinkels meer zijn. In Den Haag is Dikke Gerrit (Radio Twenthe ) de laatste zieltogende winkel in deze sector. Als je daar nog onderdelen koopt – wat door het verkeersbeleid van de gemeente Den Haag een dagtaak is – moet je 30 jaar oxidatie van de onderdelen schrapen om ze nog te kunnen solderen.
Andere winkels die op HF componenten gericht waren, verdwijnen (zoals Barend Hendrikse). Daarmee zijn we als amateurs aangewezen op internationale grote ketens als Conrad , Mouser en Reichelt . Nadelen zijn evident: je kan niet "effe" onderdelen halen, je zit vast aan minimum orderbedragen en levertijd. Als zelfbouwend amateur ben je bijna verplicht om eigen voorraad te houden voor als je wat gaat experimenteren. Bakken met weerstanden, condensatoren en transistoren verrijzen in de shack en dat is best een investering.
Dat de hobby tegenwoordig meer vanuit de communicatieve van vanuit de techische hoek benaderd wordt, is ook op de banden hoorbaar. Gesprekken op HF gaan alleen nog maar over voedingen, antennes en microfoons: kennelijk tel je niet meer mee als je niet minstens een condensatormicrofoon en een mengtafel met grafische- en parametrische equalizers hebt om die 300-2700Hz zo natuurgetrouw mogelijk door het kristalfilter heen te krijgen, aan je set hebt hangen.
En daar zit 'm misschien wel de crux. De jeugd trekken met communicatie, zoals ze in Kota Samarahan proberen, is een verloren zaak. Met SMS, Whatsapp, Facebook, Viber en Skype binnen handbereik leg je dat altijd af. Geen hond die nog naar een ruiserig signaaltje uit verweggistan gaat zitten luisteren als je een kraakheldere verbinding via je smartphone kunt opzetten. Krijg je de jeugd niet uitgelegd. Zelfs in India snappen ze dat, waar inlandse medicijnmannen in bedompte kelders met beschilderde schedels duistere rituelen uitvoeren, gadegeslagen door honderden volgers op hun Facebook pagina.
Techniek is dus het sleutelwoord. Daarin moet de interesse zijn. Overigens wordt het ons daarin niet makkelijk gemaakt: ik heb mijn jongste zoon ooit nog enthousiast gekregen voor programmeren door het aansturen van LEDs door middel van de parallelpoort van de computer. Maar dat soort interfaces zijn allemaal verdwenen. Alleen USB en firewire (als je geluk hebt, dat is ook nooit populair geworden) zijn nog over. Het zou mooi zijn als smartphones een accessoire interface zouden krijgen, waar je wat aan kunt knopen om te experimenteren.
Ik zie meer in de combinatie van computers en radio, waarbij radio slechts het middel is, en minder het doel. SDR is een mooi voorbeeld. Maar ook digitale (voice) modes zijn kandidaat voor de interesse van de nieuwe generatie. Maar radio als middel om met elkaar te spreken, heeft afgedaan. Dat vereist dus een andere invalshoek. Een nieuwe kans?