De voltooiing van een gecompliceerde upgrade van een verouderde antenne die deel uitmaakt van het Deep Space Network in Canberra, Australië, heeft het volledige contact tussen de aarde en de Voyager 2-sonde hersteld.
Het baanbrekende ruimtevaartuig, dat 44 jaar geleden door NASA werd gelanceerd, was in relatieve stilte op reis door het heelal nadat een 70 meter grote schotel, daar bekend als DSS 43, was uitgeschakeld en ontmanteld voor een noodzakelijke update. In de ruimte zijn er net zoals op aarde echter maar weinig dingen immuun voor de gevolgen van de wereldwijde pandemie. Het normaal gesproken grote team van experts dat NASA naar Canberra zou hebben gestuurd voor de make-over, was om veiligheidsredenen beperkt tot vier – en de kleinere omvang van het team vertraagde de voortgang van de upgrade. Omdat DSS 43 de enige antenne was die in staat was om te communiceren met Voyager 2, had de sonde weinig opties om te communiceren: hij kon alleen naar de kleinere schotels in Canberra zenden, maar kon geen opdrachten ontvangen, met name opdrachten die eventueel aan boord gedetecteerde problemen hadden kunnen oplossen.
Nadat afgelopen oktober al een testbericht was verzonden toen DSS 43 nog maar gedeeltelijk opnieuw in elkaar was gezet, waren NASA en andere experts optimistisch.
Nu de DSS 43 weer operationeel is, is de lange stilte voorbij, maar voor tweerichtingscontact is nog wel wat geduld nodig: retourcommunicatie tussen de aarde en de verre Voyager 2 duurt 35 uur.