Typering Radiobuizen

buizen

buizen

Typering radiobuizen

(Dit artikel is eerder gepubliceerd in de zestiger jaren in het tijdschrift Dr. Blan)

Ik weet niet, of jullie ook altijd zoveel respect hebben voor mensen, die je zo maar uit hun hoofd weten te vertellen welk type radiobuis je hier of daar voor moeten gebruiken of die als ze een buis in hun vingers, je direct vertellen, dat die op b.v. 6.3 V moet worden aangesloten. Hoe houden ze het uit elkaar, al die honderden   soorten buizen!

Maar laat ik er nu achter zijn gekomen, dat het helemaal niet moeilijk is! Je hoeft alleen maar de betekenis van een stelletje letters en cijfers te weten en je kunt het ook. Dat zit namenlijk zo:

Op iedere buis staan twee of drie letters en dan nog een paar cijfers en die vertellen je alles wat je weten wilt. Om te beginnen dan de 1e letter (gloeispanning of gloeistroom).

 

A.. = 4 volt wisselstroomvoeding (dus voor wisselstroom ontvangers)

B.. = gloeistroom 180 mA gelijkstroom (dus voor ontvangers met gelijkstroom netaansluiting)

C.. = gloeistroom 200 mA gelijk- of wisselstroom (voor "universele" ontvangers, die direct op het gelijk- of wisselstroomnet worden aangesloten)

D.. = 1,4 V batterijvoeding (voor batterij-ontvangers)

E.. = 6,3 V gloeispanning gelijk –  of wisselstroom  (universele ontvangers, auto-radio)

F.. = letter voor 13 V gloeispanning gelijk- of wisselstroom (auto-radio)

G.. = 5 V gloeispanning (komt haast niet voor)

H.. = letter voor 150 mA gloeistroom

K.. = 2 V batterijvoeding (batterij-ontvangers) buizen worden parallel geschakeld

O.. = halfgeleider (b.v. transistor)

P.. = 300 mA gloeistroom

U.. = 100 mA gloeistroom gelijk- of wisselspanning (universele ontvangers)

V.. = gloeistroom 50 mA gelijk- of wisselstroom

Z.. = "koude kathode" buis

 

De 2e en de 3e letter geven het type van de buis aan. Voor ieder type buis is er een letter, dus b.v. triode, pentode, enz. Twee van deze letters achter de 1e letter willen dus zeggen, dat we te maken hebben met "twee buizen in één ballon".

 

.A = diode (detector of gelijkrichter voor het opwekken van regelspanningen)

.B = duodiode (dus 2 dioden, waarvan een als detector en de andere als gelijkrichter voor de regelspanning) is nu A geworden dus AA.

.C = triode, geen eindbuis! (detector, hoogfrequentie- of laagfrequentieversterker, oscillator)

.D = endtriode (eindbuis)

.E = tetrode

.F = hoogfrequentiepentode of regelpentode (geen eindbuis)

.H = regelhexode, menghexode of heptode (regelbare versterkers)

.K = regelhexode, menghexode of heptode (regelbare versterkers)

.K = octode of heptode (regelbare mengbuis, tevens oscillator)

.L = eindpentode (eindbuis)

.M = afstemindicator

.P = secundare-emmissiebuis

.Q = enneode

.S = zaagtandspanningsbuizen

.T = diverse typen speciale buizen

.W = enkelfazige gelijkrichtbuis met gasvulling

.X = dubbelfazige gelijkrichtbuis met gasvulling

.Y = enkelfazige gelijkrichtbuis (luchtledig)

. Z = dubbelfazige gelijkrichtbuis (luchtledig)

 

Niet al deze letters komen bij buizen van Nederlands fabrikaat voor, maar ze bestaan wel.

 En dan zijn er ook nog professionele buizen!

 

Op deze 2 of 3 letters volgt dan een getal van meestal 2 cijfers. Als het 1 cijfer is, dan is het zonder meer een volgnummer, dus een andere uitvoering van hetzelfde buistype.

Zijn het 2 cijfers, dan is de betekenis:

 

11 tot 19           metalen buis

20 tot 29           sleutelbuis

30 tot 39           octal (8 pens voet) Amerika

40 tot 49           A-techniek buizen

(A-techniek slaat op de constructie)

50 tot 59           speciale buizen

69 tot 69           buizen voor gehoorapparaten

70 tot 79           sub miniatuurbuizen

80 tot 89           9-pens A-techniek buis

90 tot 99           miniatuurbuizen

 

Dan zijn er nog zogenaamde professionele buizen, die b.v. in meetinstrumenten en bij de telefoon worden gebruikt. De letters en cijfers hebben daarbij dezelfde betekenis, alleen staan de cijfers direct achter de eerste letter en pas daarna de letters, die het type aanwijzen (b.v.E80F of E90CC). Om nu een van deze laatste buizen als voorbeeld te nemen:

 

E80F = professionele buis (cijfers tussen de letters

E…   = gloeispanning 6.3 V gelijk- of wisselstroom (eerste letter)

. 80. = 9-pens A-techniek buis

… F  = HF Pentode of regelpentode

 

Een tweede voorbeeld:

 

Wat is een UCH81 voor een buis?

U…. = gloeistroom 100 mA gelijk- of wisselstroom

. C… = triode

..H.. = hexode

…81 = 9-pens-techniek buis

 

De UCH81 is een buis, die geschikt is voor een universele ontvanger (gelijk- en wisselstroom). Het is één ballon met een triode en een hexode er in voor een 9-pens buisvoet. Een echte radioman kan je nu ook nog vertellen dat het een mengbuis met een ingebouwde oscillator is, maar daar zijn wij nog niet aan toe.

Ook voor zendbuizen en alle mogelijke andere buizen bestaan er dergelijke coderingen. Tenminste in Europa. In Amerika is het anders. Maar toch is dit al wel erg makkelijk als je het allemaal weet.

 

73' de PA7RJ Jack