Het Nationaal Luister Onderzoek (NLO) heeft de rapportage over de bereikcijfers van de radio aangepast. Naast bereikcijfers van radiostations, rapporteert het NLO nu ook via welke kanalen naar radiostations geluisterd wordt, zoals internet en DAB+.
De toevoeging van de ontvangstwijze aan de luistercijfers is volgens NLO een logisch gevolg van de ambitie om beter inzicht te krijgen in het veranderende luistergedrag. Net als lezen en kijken verandert ook luisteren als gevolg van digitalisering. FM heeft nu nog het grootste aandeel, maar digitaal luisteren is in opkomst.
Twee derde Nederlanders luistert via FM of kabel
Volgens de nieuwste luistercijfers hebben FM en de kabel een luisteraandeel van 64 procent, internet 20 procent en DAB+ 8 procent. Het resterende deel betreft andere ontvangstwijzen, zoals de digitale settop box, satelliet en/of Digitenne. De genoemde percentages gelden voor alle luisteraars.
Door de toevoeging van de ontvangstwijze in de luistercijfers is de markt veel beter in staat om ‘IP-beluistering’ in kaart te brengen. Het radio luisteren migreert van een enkelvoudig zenderplatform naar een digitaal multichannel-platform, veelal inclusief beeld. Dat geeft de radiostations de mogelijkheid interactiever met de luisteraars om te gaan en adverteerders willen daarop inspelen.
Fusie met Doelgroep Monitor
De tweede toevoeging aan de luistercijfers betreft de fusie met de data van de Doelgroep Monitor (DGM) van het Nationaal Onderzoek Multimedia (NOM). DGM is een omvangrijke survey naar productgebruik, interesses, activiteiten en mediagebruik van de Nederlanders. Dit onderzoek wordt in opdracht van NOM jaarlijks uitgevoerd door GfK.
Door de koppeling met DGM krijgt radio er ruim 2.500 doelgroepkenmerken bij, waarmee de luistercijfers niet alleen als media-, maar ook als marketingdata te gebruiken zijn. De radiostations en adverteerders krijgen nu veel meer inzicht in specifieke profielen van het luisterpubliek, zoals huizenbezit, vakantiegedrag, autogebruik, lifestyle etc. Hierdoor kunnen de campagneplanners hun budgetten nog gerichter inzetten op het medium radio.
Noot van de redactie: Uit de cijfers kan opgemaakt worden dat de dichtheid van DAB+ nog lang niet zo groot is dat de aardse FM-zenders kunnen worden uitgeschakeld ten faveure van DAB+, iets wat de overheid wel graag zou willen. Wat ook opvalt, is de daling van het aandeel DAB+ luisteraars ten opzichte van 2017 . Toen werd euforisch gemeld dat het gebruik van DAB+ inmiddels verdrievoudigd was naar 13 procent, tegen 8% nu. Het internetaandeel was toen 19%, en is dus met 20% redelijk stabiel. In 2013 was nog het vooruitzicht dat in 2018 30% van de huishoudens een DAB+ radio zou hebben (inclusief de autoradio's), en dat was al lager dan de 50% die het Ministerie van Economische Zaken voor ogen had. Nu in 2019 mogen we dus constateren dat de acceptatie van DAB+ nog niet zo groot is als de overheid en de omroepen zouden willen.