Mysterieuze ’radioflits’ uit de ruimte bereikt de aarde

Een mysterieus ruimtefenomeen houdt sterrenkundigen bezig. Voor de tweede keer is er namelijk een ’repeterende radioflits’ waargenomen. Een vorm van licht van ver buiten ons sterrenstelsel, die om het half jaar de aarde bereikt.

Radiotelescopen over heel de wereld deden de ontdekking. Puerto Rico, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië: overal werd het fenomeen waargenomen. Elke 157 dagen komt er een ’fast radio burst’ (FRB) op aarde, van een afstand van honderden miljoenen lichtjaren weg. Eerder was er al ontdekt dat een andere radioflits elke zestien dagen de aarde bereikt. Maar wat zijn die FRB’s nou eigenlijk?

Topastronoom Jason Hessels van de UvA, die dit jaar de NWO Vici-beurs won voor onderzoek naar het fenomeen, legt uit. „Met een gewone, optische telescoop kun je naar de ruimte kijken”, vertelt hij. „Maar met een radiotelescoop kun je radiogolven waarnemen. Dat is licht met een lange golflengte, dat we niet met het blote oog kunnen zien. De afgelopen tien jaar is ontdekt dat er radioflitsen bestaan.”

Die flitsen duren maar een milliseconde. „Honderd keer korter dan het knipperen van het oog. Het gaat dus razendsnel. In de eigenschappen van het signaal en de vertraging die het heeft opgelopen, kunnen we meer te weten komen over wat er tussen de bron en ons als ontvanger zit”, vertelt Hessels.

Licht heeft namelijk een bepaalde snelheid, maar die verandert als het door een bepaald materiaal gaat. „Daarmee kunnen we de afstand schatten tussen ons en de bron, maar ook wat er tussen zit.” Omdat de bron honderden miljoenen lichtjaren ver weg is, zijn de afstanden niet alleen onoverbrugbaar, maar ligt de oorzaak voor de radioflitsen ook miljoenen jaren achter ons.

Ruimtemannetjes?

In de radioflitsen, die dus ontzettend kort duren, zit ongelooflijk veel energie. „Je hebt het over de hoeveelheid energie die onze zon in één dag uitzendt, maar dan in één milliseconde gepropt”, legt de astronoom uit. De omstandigheden van het ontstaan van die FRB’s zijn dus ook heel extreem.”

Toen er individuele radioflitsen werden gevonden, deden de wildste theorieën de ronde. Aliens die hun ruimteschepen startten, hoopte men. Maar nu twee flitsen zich volgens een patroon blijken te herhalen, kan die theorie volgens Hessels overboord. „Ruimtemannetjes? Het is de leukste verklaring, maar niet de meest logische.” Ook een imploderende ster of een verdwijnend zwart gat kan zo’n enorme hoeveelheid energie afgeven. Maar dat gebeurt slechts een keer, dus dat zou de herhaling niet verklaren, vertelt Hessels.

Sterren

Maar wat dan wel? „In de astronomie zijn veel cycli. Heel veel dingen roteren of draaien om elkaar heen. Onze zon doet er bijvoorbeeld zo’n 26 dagen over om om de as te draaien en de aarde draait in 365 dagen om de zon. Deze flitsen kunnen worden veroorzaakt door twee hemellichamen, sterren bijvoorbeeld, die bij elkaar in de buurt komen.”

Hessels legt uit dat de magnetische velden van zulke objecten dan met elkaar kunnen ’interfereren’ met een enorme hoeveelheid energie als gevolg. „Die omstandigheden zijn dan echt extreem. Maar het zijn ook extreme objecten die heel stevig in elkaar zitten, dus ze kunnen die krachten wel aan.” Echt zeker weten zullen we het overigens vermoedelijk nooit. Daarvoor is het simpelweg te ver weg en te lang geleden.