Onderzoek naar meldkamers bij stroomstoring

C2000

C2000De gemeente en de nationale politie onderzoeken de rol van de landelijke en regionale meldkamers bij de stroomstoring in Amsterdam. Tijdens de storing overleed een 83-jarige vrouw. Haar zoon probeerde 112 te bellen, maar kreeg geen contact.

 

 

Volgens een woordvoerder van de Landelijke Eenheid van de politie was de meldkamer overbelast door de vele telefoontjes. Normaal bellen er 100 mensen per kwartier naar 112, tijdens de stroomstoring waren het er vier keer zoveel. Daardoor werden bellers in de wachtrij gezet.

Het ministerie van Veiligheid en Justitie stelt dat er sprake was van een “extreem onvoorzien” geval: “het is nooit helemaal uit te sluiten dat er een wachtrij ontstaat”, aldus het ministerie in een verklaring.

De landelijke meldkamer is een belangrijke schakel in het systeem van meldkamers, omdat alle mobiele bellers daar in eerste instantie te woord worden gestaan. Daarna worden ze doorverbonden naar de regionale meldkamers.

Naschrift van de redactie: Dat systeem is niet meer van deze tijd, maar stamt uit de tijd van de ATF mobiele telefonie, waarbij men niet wist waar een beller vandaan kwam. Daarom werden toen (en dus nu nog steeds) alle mobiele noodoproepen naar een centrale meldkamer doorverbonden. Er zijn sinds die tijd twee dingen sterk veranderd: het aantal mobiele bellers is exponentieel gestegen en we weten tegenwoordig tot op zo ongeveer 30 meter waar een mobiele beller zich bevindt door kruispeiling van de zendmasten voor mobiele telefonie. Het wordt tijd dat een mobiele beller op een regionale meldkamer terechtkomt,  gebaseerd op de positie van de zendmast waar hij het sterkst ontvangen wordt. Dat is echt geen rocket science. Maar kennelijk moeten er eerst doden vallen voordat de overheid terugkeert uit de middeleeuwen.